Als een raadsonderzoeker door uitspraken of signalen van het kind het vermoeden heeft van kindermishandeling, kan een taxatiegesprek worden ingezet om deze signalen te onderzoeken. In dit gesprek probeert een getrainde gedragsdeskundige via een speciale gesprekstechniek te achterhalen wat er precies is gebeurd. Gedragsdeskundige Ellis Knegt is opgeleid om taxatiegesprekken te voeren. Ze vertelt over de uitdagende taak die ze heeft: ‘Taxatiegesprekken gaan in tegen al mijn principes als gedragsdeskundige en mens. Maar ik weet ook: alleen daarmee komt het echte verhaal van het kind op tafel.’
Een jaar geleden zochten de vader en stiefmoeder van de zesjarige Job contact met Veilig Thuis. Hun (stief)zoon had gevraagd waarom zijn vader en stiefmoeder hem niet filmden tijdens het douchen, zoals zijn moeder wel altijd deed. Vader en stiefmoeder vertrouwden de zaak niet en schakelden Veilig Thuis in, die de RvdK informeerde. Binnen de RvdK kwam de zaak bij Ellis terecht. Zij besloot een taxatiegesprek te doen. ‘Het filmen van een kleuter onder de douche is niet direct een strafbaar feit,’ licht Ellis haar keuze toe. ‘Tegelijkertijd riep de uitspraak wel vragen op, omdat het ook iets anders kon betekenen. Voor mij voldoende aanleiding om de uitspraak van het jongetje verder te onderzoeken.’
Terechte bemoeienis
Voordat een taxatiegesprek plaatsvindt, wordt de casus besproken in een multidisciplinair overleg (MDO). Tijdens dit overleg onderzoeken een gedragsdeskundige, juridisch deskundige en raadsonderzoeker of het terecht is dat de RvdK een taxatiegesprek wil inzetten, of dat de politie beter een verhoor kan doen. ‘Als de uitspraak een expliciet strafbaar feit bevat, dan pakt de politie de zaak op. Kan de uitspraak meerdere betekenissen hebben, dan kan een taxatiegesprek helpen om het precieze verhaal te achterhalen.’ Naast het MDO wordt elke zaak ook eerst besproken met het Openbaar Ministerie (OM) en de politie. Ellis benadrukt het belang van deze samenwerking: ‘Samen doorlopen we mogelijke scenario’s en overleggen we welke stappen we zullen zetten als uit het taxatiegesprek een strafbaar feit blijkt. Hierdoor kunnen we op tijd handelen als het moet.’
Op film
Het taxatiegesprek wordt gevoerd in een spreekkamer van de RvdK. Het interview wordt gefilmd, zodat de beelden later eventueel gebruikt kunnen worden door de politie. Dit is noodzakelijk wanneer het kind tijdens het taxatiegesprek een verklaring doet van een strafbaar feit. De politie kan in haar strafrechtelijke onderzoek de beelden als bewijsmateriaal gebruiken, zodat het kind niet opnieuw gehoord hoeft te worden. ‘De regel is dat de RvdK het kind binnen een week nadat hij de uitspraak heeft gedaan spreekt. Zo proberen we te voorkomen dat het kind in zijn verhaal wordt beïnvloed door anderen,’ legt Ellis uit. ‘We bewaren de gespreksopname ongeveer twee weken in een kluis. Daarmee willen we de politie aansporen om – als sprake is van een strafbaar feit – de zaak snel in behandeling te nemen.’
Ontzenuwen
De eerste minuten van het taxatiegesprek probeert Ellis het kind vooral op zijn gemak te stellen. Kinderen praten niet makkelijk over gevoelige onderwerpen, zeker niet als hen is opgedragen om niets te vertellen. De gedragsdeskundige moet het gesprek daarom laag voor laag opbouwen. Ellis verduidelijkt: ‘Kinderen vertellen het liefst over leuke dingen en vermijden de moeilijke dingen. Het is mijn taak om voor het kind te ontzenuwen wat hij moeilijk bespreekbaar vindt. Laatst voerde ik bijvoorbeeld een gesprek met een meisje over ‘haar geheim met de buurman’. Ze zat gespannen in het gesprek en bleef volhouden dat ze het geheim niet mocht verklappen. Na een tijdje ontdekte ik dat ‘het geheim’ alleen over de buurman ging en het meisje het alleen had gehoord. Toen ik het meisje uitlegde dat ze het geheim daarom aan mij mocht vertellen, was de opluchting groot. De last viel van haar schouders en ze beantwoordde mijn vragen.’
Tegenstrijdig
De belangrijkste voorwaarde voor een goed taxatiegesprek is een neutrale manier van vragen stellen. Kinderen zijn geneigd om hun antwoorden aan te passen aan de reacties van hun omgeving. Ellis moet tijdens het gesprek daarom zo min mogelijk emotie tonen. Ook wanneer het kind zelf emotioneel wordt tijdens het vertellen van zijn verhaal. ‘Ondanks mijn training vind ik dat ingewikkeld. Ik hoor vreselijke dingen, maar moet in mijn rol blijven, technisch blijven doorvragen en afstand houden. Zo zit ik niet in elkaar als mens, dus dat voelt tegenstrijdig.’ Daarnaast worstelt Ellis met de andere werkwijze die een taxatiegesprek van haar vraagt: ‘Bij een regulier raadsonderzoek wil je open en transparant naar beide ouders toe zijn. Bij een taxatiegesprek kan dat niet altijd, bijvoorbeeld als uit het gesprek blijkt een van de ouders betrokken is bij kindermishandeling.’
Duidelijke verplichting
De RvdK is op dit moment in gesprek met Veilig Thuis om hun personeel op te leiden taxatiegesprekken te kunnen voeren. Ellis steunt dit initiatief: ‘We moeten het vaker hebben over mishandeling en misbruik. Kinderen hebben aangegeven dat er te weinig met hen wordt gesproken over mishandeling en misbruik, zo bleek uit de Commissie Samsom. Het onderwerp moet daarom een standaard onderdeel worden in onze gesprekken met kinderen. Kinderen zijn zelf te jong om te bepalen of ze veilig zijn of niet. Veilig Thuis, GI's en de RvdK hebben daarom een duidelijke verplichting om kinderen te beschermen. En die begint bij het signaleren van kindermishandeling en seksueel misbruik door erover te praten.’