Jaarlijks wordt bijna 3 procent van de Nederlandse kinderen slachtoffer van kindermishandeling. Om dit aantal terug te dringen, werken de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), politie, Openbaar Ministerie (OM), Veilig Thuis en de Reclassering sinds 2017 intensiever samen. Met het initiatief Landelijk netwerk zorg en straf proberen zij zorg en straf beter op elkaar aan te laten sluiten. In dit artikel vertellen twee beleidsadviseurs  van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de RvdK en een officier van justitie over hun gezamenlijke doel: ‘Kindermishandeling stoppen lukt alleen samen.’

Landelijk netwerk zorg en straf opereert onder de vlag van het nationale programma Geweld hoort nergens thuis. Dit programma werd vorig jaar door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,  het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de VNG gelanceerd om huiselijk geweld en kindermishandeling in Nederland beter te bestrijden. Centraal in het programma staat de focus op het hele gezin in plaats van op een individu. 

Andere werkwijze

Lianne van Stuijvenberg, beleidsmedewerker Aanpak Huiselijk Geweld en kindermishandeling bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid, legt de impact van deze omslag uit: ‘Tot dan toe richtte elke partij zich vooral op zijn eigen onderdeel in het onderzoek: de politie, reclassering en het OM op de verdachte, de RvdK en Veilig Thuis op het kind. Dat komt doordat we gewend zijn om in een keten te werken: na elkaar. Maar dat leidt niet altijd tot de beste oplossing voor het hele gezin.’

Lianne van Stuijvenberg
Lianne van Stuijvenberg, beleidsmedewerker Aanpak Huiselijk Geweld en kindermishandeling bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid

Langs elkaar heen

Judith van Schoonderwoerd den Bezemer-Wolters, officier van justitie bij het OM in Den Haag, illustreert dit aan de hand van een recent voorbeeld: ‘Een moeder die haar kinderen sloeg met een stok, mocht van de rechter-commissaris toch terugkeren naar huis. Waarschijnlijk omdat de moeder hoogzwanger was. Direct daarna werden op verzoek van de RvdK alle kinderen uit huis geplaatst. Als de officier van justitie en RvdK vanaf het begin beter hadden samengewerkt, hadden ze de rechter kunnen voorbereiden op de consequenties van zijn uitspraak. Wellicht had hij dan anders besloten en was het hele gezin geholpen.’

Signaleren

Met het initiatief Landelijk netwerk zorg en straf proberen de RvdK, politie, OM, Veilig Thuis en Reclassering voortaan om samen zaken te behandelen en zo naast elkaar te werken aan zorg en veiligheid. Judith is blij met deze intensievere samenwerking tussen de zorg en het strafrecht. ‘Als de kindermishandeling nog niet bij de politie bekend is, dan kan het OM alleen een strafrechtelijk onderzoek beginnen als Veilig Thuis of de RvdK een melding heeft gedaan. Doordat we nu vanaf het begin samenwerken, kunnen we bespreken of een melding of aangifte nodig is,’ licht ze toe. Daarnaast benadrukt Judith het belang van de kindgesprekken die raadsonderzoekers en zorgverleners voeren: ‘De RvdK heeft een unieke positie in de zorgketen: zij spreken met het kind. In die gesprekken kunnen zij kindermishandeling signaleren. Met die verklaringen kunnen ze – indien nodig – aangifte (laten) doen.’

Judith van Schoonderwoerd den Bezemer-Wolters
Judith van Schoonderwoerd den Bezemer-Wolters, officier van justitie bij het OM in Den Haag

Effectieve samenwerking

Uit de praktijk blijkt dat de RvdK nog niet altijd het overleg zoekt met politie of OM. Bianca Poldervaart, adviseur beleid bij de RvdK, vermoedt dat dit deels komt doordat raadsonderzoekers niet overtuigd zijn van de toegevoegde waar die aangifte kan hebben voor het gezin. ‘Melden kan leiden tot een strafzaak en mogelijke veroordeling van een van de ouders. Raadsonderzoekers vinden dat niet altijd de beste oplossing,’ legt Bianca uit. ‘Met de inzet van de netwerken zorgen en straf proberen we raadsonderzoekers te stimuleren om toch de samenwerking met de strafrechtketen op te zoeken. Want als we samen naar een casus kijken, kunnen we alle mogelijkheden bespreken om het hele gezin weer op de rit te krijgen. De ervaring leert dat ouders over het algemeen het geweld wel willen stoppen, maar daartoe zelf de oplossingen niet (meer) hebben. Inzet van alle justitiepartners samen kan daarom helpen. Een succesvol voorbeeld van deze samenwerking tussen de RvdK en politie is de inzet van  taxatiegesprekken bij vermoedens van seksueel misbruik of strafbare kindermishandeling.

Bianca Poldervaart
Bianca Poldervaart, adviseur beleid bij de RvdK

Vertrouwen op elkaar

Daarnaast wil Bianca de politie en het OM aanmoedigen om de expertise van de RvdK meer te benutten. ‘Ik denk dat de RvdK aan politie en OM meer mag laten zien welke toegevoegde waarde een raadsonderzoek kan hebben in de aanpak om huiselijk geweld en kindermishandeling te stoppen, zoals in bijvoorbeeld een strafrechtelijk onderzoek,’ besluit ze. ‘Daarvoor moeten we vaker met elkaar in gesprek, zodat we elkaars mogelijkheden leren kennen en gebruiken.’ Lianne sluit zich daarbij aan. Ze vult Bianca aan dat samenwerking niet alleen wenselijk is, maar ook noodzakelijk om kindermishandeling te kunnen bestrijden: ‘Alleen als we samenwerken komen we tot een oplossing die het hele gezin verder helpt.’