Kan een goed gesprek over anticonceptie een risicozwangerschap voorkomen? En welke rol speelt de Raad voor de Kinderbescherming daarbij? Een gesprek met Connie Rijlaarsdam van GGD GHOR Nederland en Petra Stoltenborg van de RvdK.

Bescherming ongeboren kind

Soms is het nodig een ongeboren kind in bescherming te nemen. Dit gebeurt als goede begeleiding en voorlichting geen effect hebben en de veiligheid van het ongeboren kind in gevaar is. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) kan, als er redenen voor een kinderbeschermingsmaatregel zijn, een verzoek indienen bij de rechter.

Uit dossieronderzoek bij de RvdK blijkt dat een aantal risicofactoren bij kwetsbare zwangeren en hun ongeboren kind voorspellers zijn van kinderbeschermingsmaatregelen: ouders met een verstandelijke beperking, drugsproblematiek of psychiatrische problemen vormen een risico, maar ook schulden, alleenstaand ouderschap en onstabiele huisvesting. Bij deze risicofactoren is zwangerschap niet altijd een goed idee.

Connie Rijlaarsdam leidt bij de GGD GHOR Nederland het programma Nu Niet Zwanger: het proactief aanbieden van anticonceptie aan een kwetsbare groep waarbij complexe problematiek verantwoord ouderschap in de weg staat. Over de risicofactoren is het programma heel eerlijk tegen cliënten. ‘We gaan rustig in gesprek over een kinderwens, seksuele contacten en anticonceptie,’ vertelt Rijlaarsdam. ‘Het is soms beter om een kinderwens uit te stellen wanneer er risicofactoren spelen als dakloosheid, verslaving of psychische problematiek. Die risicofactoren benoemen we duidelijk in de gesprekken. Meestal zien cliënten wel in dat het niet goed is om in deze fase zwanger te raken. Wij kunnen dan ondersteunen bij het kiezen van adequate anticonceptie tot deze risicofactoren zijn weggenomen.’

Connie Rijlaarsdam
Connie Rijlaarsdam - Programmamanager Nu Niet Zwanger bij GGD GHOR Nederland

Vertrouwensband

Petra Stoltenborg is adviesteammedewerker bij de Raad voor de Kinderbescherming en heeft met een aantal collega’s de training doorlopen die Nu Niet Zwanger verzorgt voor professionals in de keten. Stoltenborg geeft aan dat de rol van raadsonderzoeker vaak niet ideaal is voor het voeren van een gesprek over anticonceptie. ‘Een raadsonderzoeker heeft vaak maar enkele gesprekken tijdens een onderzoek,’ vertelt ze. ‘Dat is onvoldoende voor een vertrouwensband, terwijl je die nodig hebt om het met iemand te kunnen hebben over het uitstellen van een diepe kinderwens.’

Daarbij zit niet alleen in de weg dat de RvdK relatief kort in beeld is. ‘Als RvdK zijn wij voor veel mensen toch de organisatie die een kind uit huis kunnen laten plaatsen,’ zegt Stoltenborg. ‘Je kunt als vijand worden gezien, waardoor een gesprek in vertrouwen lastig is.’ Rijlaarsdam begrijpt dat. ‘Het is ons primaire doel om deze gesprekken in het reguliere werk op te nemen. Maar als er behoefte is aan een nieuw gezicht zonder negatieve associaties, dan kan er worden opgeschaald naar de GGD.’

Petra Stoltenborg
Petra Stoltenborg - Raadsonderzoeker met adviestaken bij RvdK Midden-Brabant

Handelsverlegenheid

Kwetsbare ouders zijn vanwege de problematiek vaak al ruimschoots in beeld bij instanties, maar het valt Rijlaarsdam op dat een kinderwens vaak onbesproken blijft. Daardoor is de anticonceptie slecht geregeld, ondanks het aantal hulpverleners dat eromheen zit. ‘Er blijft veel liggen omdat hulpverleners dit niet tot hun verantwoordelijkheden rekenen,’ vindt Rijlaarsdam. ‘Ze vinden het de rol van de huisarts of de gynaecoloog. Maar er speelt ook een zekere handelingsverlegenheid, een gêne om dit gesprek aan te gaan. Hulpverleners stoppen het gesprek als het lastig wordt en denken dan ach, ze wil het zo graag. Met Nu Niet Zwanger gaan we verder dan dat.’ Stoltenborg denkt dat die handelsverlegenheid in mindere mate bij de RvdK speelt. ‘Onderzoekers van de RvdK zijn het gewend om lastige, confronterende gesprekken te voeren, waardoor die stap kleiner is. Wij zijn gewend onze mening te geven, meer dan anderen in de keten.’

Bewustwording

Het gaat volgens Rijlaarsdam uiteindelijk vooral om bewustwording, bij cliënten én hulpverleners. ‘Als er tijdens gesprekken een kinderwens blijkt te zijn, blijf je met elkaar in gesprek. Je bent verslaafd, je hebt geen huis; hoe zie je dat voor je? Kan hier volgens jou een kind geboren worden?’

Ook in de keten is bewustwording een streven. Bij de RvdK Midden-Brabant gaat het de goede kant op. ‘Recent zijn wij bij een aantal zaken kwetsbare ouders tegengekomen die net een kind gekregen hadden,’ vertelt Stoltenborg. ‘Op die momenten gaan wij direct het gesprek over kinderwens en anticonceptie aan. Vervolgens schakelen we de betrokken hulpverlening of Nu Niet Zwanger in.’ Ze voelt veel enthousiasme rond het programma. ‘Het zoemt rond. Het leeft. Iedereen bij de RvdK wil kinderen beschermen, maar als je het voor kunt zijn is dat vaak nog mooier.’