Tekst Hester Otter

Afspraken niet nakomen, elkaar zwart maken in het bijzijn van de kinderen, of de andere ouder juist negeren en buitensluiten: weinig is zo ontwrichtend in een kinderleven als een complexe scheiding. In extreme gevallen resulteren deze scheidingen in contactverlies, waarbij het kind geen contact meer heeft met een van de ouders. Voor de RvdK is rechtsbescherming van het kind het uitgangspunt. De RvdK zet zich in voor een duurzame relatie voor het kind met zijn beide ouders, met het doel om contactverlies te voorkomen.

Sil van Beekum
Sil van Beekum, beleidsadviseur RvdK

Bij 10 tot 20 procent van de scheidingen ontstaat een complexe situatie. Het lukt de ouders niet om na de scheiding samen op een redelijke manier invulling te geven aan het ouderschap. Soms gaat het helemaal mis, waardoor het kind geen contact met een van de ouders meer heeft. “Er is vaak sprake van een proces van verwijdering, waarbij vele factoren een rol kunnen spelen. In dit proces raakt een kind in de knel en heeft het gevoel te moeten kiezen tussen de ouders. Contactverlies met één van de ouders kan hiervan het gevolg zijn. “Dit is een onwenselijke situatie”, vertelt Sil van Beekum, beleidsadviseur bij de RvdK. Vaak wordt hiervoor ouderverstoting als term gebruikt. Van Beekum wil daar graag vanaf: “Dit impliceert ten onrechte dat de schuld bij het kind ligt. We gebruiken liever de term (dreigend) contactverlies, waarmee je kunt kijken naar het proces en naar oplossingen voor behoud of herstel van contact.” 

Impact op langere termijn

Omgangsproblemen leiden tot veel stress in gezinnen. Op langere termijn heeft dit bovendien gevolgen voor het levensgeluk van een kind en op het kunnen ontwikkelen van relaties. Dit speelt door tot ver in de volwassenheid. Ook maatschappelijk heeft het veel impact: er wordt door de betrokkenen veelvuldig een beroep gedaan op de rechtsgang en hulpverlening. De laatste jaren is de aandacht rondom deze problematiek gegroeid. Ieder kind heeft recht om contact te hebben met zijn/haar ouder(s). De ouder heeft de plicht om dit recht te respecteren en te garanderen. Met het programma Scheiden zonder Schade (2018-2021) wordt geïnvesteerd in verbetering van preventie en samenwerking tussen zorg en recht. Ook de RvdK neemt deel in dit programma.
In 2021 heeft het Expertteam ouderverstoting/complexe omgangsproblematiek, ingesteld door de minister voor Rechtsbescherming, een adviesrapport geschreven om de positie van ouders en kinderen in situaties van contactverlies te verbeteren. Van Beekum was lid van dit expertteam.

Schijnrust

De RvdK heeft jarenlange ervaring met onderzoek en advisering in complexe scheidingen. Voortschrijdend inzicht en maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat de visie op de problematiek verandert, vertelt Sil van Beekum. “Wanneer in een scheidingszaak de strijd tussen ouders hoog oplaaide, leek het nemen van tijdelijke rust een goed advies. Dat betekende: een periode geen contact met de uitwonende ouder en het advies aan ouders om hulp te zoeken. De zaak werd aangehouden of na verloop van tijd kon er een nieuw verzoek bij de rechtbank worden ingediend. Geen contact betekende voor het kind in ieder geval geen ruzie meer bij de deur, geen angst dat het weekend er weer aan kwam, geen zorg voor de achterblijver enzovoort”, aldus Van Beekum. “Inmiddels menen we dat dit een soort schijnrust is. Want vaak kwam er geen hulp of niet de juiste hulp waardoor de verwijdering tussen kind en ouder groeide. De periode van geen contact leidde niet tot geenherstel. Het werd een opmars voor verderstrekkende juridische strijd in bijvoorbeeld een verzoek om eenhoofdig gezag.”

Tijd als risicofactor

Inmiddels blijkt dat juist tijd een van de grootste risicofactoren is voor contactverlies: hoe langer de situatie duurt, des te meer de strijd verhard raakt. “Van ervaringsdeskundige ouders en jongeren weten we dat die ene heftige ruzie tot een nieuwe waarheid kan leiden en kan zorgen voor verdergaande verwijdering tussen ouder en kind. Tijdig en goed onderzoek is dus belangrijk. Is er geen sprake van mishandeling of onveiligheid? Dan moet er worden ingezet op contactbehoud of het herstellen van contact. Uitgaande van de ontwikkeling en het perspectief van het kind. Dit is het uitgangspunt van de RvdK”, zegt Van Beekum. “We moeten zo snel mogelijk weten hoe de situatie is; bij onvoldoende veiligheid zal het contact onder begeleiding moeten plaatsvinden. En voor beide ouders en het kind zal passende ondersteuning moeten komen; het is immers niet gewóón complex. En is de rechter nodig, dan is een korte lijn noodzakelijk.”

Helpend netwerk

Tijdverlies is helaas moeizaam aan te pakken, constateert ze. “Ouders en kinderen worden verwezen of doorgeschoven. Ze gaan dan ook nog eens van wachtlijst naar wachtlijst. De nodige specialistische hulp is niet altijd of onvoldoende beschikbaar. Procedures rijgen zich aaneen. Voordat een zaak op een eerste zitting is, gaat er al vaak een half jaar overheen. Bij grote problemen in de relatie tussen ouders gaat veel kostbare tijd verloren, waardoor het steeds moeilijker wordt de zaak in ‘wenselijke banen’ te leiden.” Het netwerk van familie en vrienden speelt hierin ook een rol. Als het netwerk achter die ene ouder gaat staan, is het bijna onmogelijk om de overtuigingen te veranderen. Het is de kunst om het netwerk helpend te laten zijn.”   

Verharding voorkomen

De RvdK komt in gezag- en omgangszaken pas in beeld als de zaak bij de rechter ligt. “Daar zien we de weg die ouders en kinderen hebben afgelegd. We zien waar steun en begeleiding mogelijk had kunnen helpen om verharding te voorkomen. En momenten waar met ondersteuning van ouders in het naleven van afspraken het tij had kunnen keren. Momenten waar in ieder geval het kind in de kou stond en steun nodig had. Het kind wordt namelijk nog wel eens vergeten in de strijd, iets wat je ouders overigens niet altijd kwalijk kunt nemen.” 

Signaleren van risico’s

"Vaak kunnen ketenprofessionals inschatten wanneer een situatie complex wordt", zegt Van Beekum. Daarom is eerder signaleren van risico’s zo belangrijk. Bijvoorbeeld bij ouders die hulp krijgen van de GGZ, vanwege persoonlijke problemen en waarvan de hulpverlener weet dat zijn cliënt er echt geen relatie- of scheidingsproblemen bij kan hebben. En kinderen die op vrijdag met buikpijn op school komen, omdat het wisselweekend eraan komt. “Het is zaak om ouders én kinderen hulp en ondersteuning aan te bieden. Advies in te winnen bij een gemeentelijk of regionaal scheidingsloket of -team, en dit alles zo vroeg mogelijk in het scheidingsproces. En natuurlijk bij nieuwe ontwikkelingen, zoals een nieuwe partner of een verhuizing. Het vraagt alertheid van ons allen en we moeten niet wegkijken of doorschuiven. Hopelijk kunnen we voorkomen dat de oplossing gezocht wordt in juridische procedures. Dit is wat je toch níet wilt, als het om afspraken over je kinderen gaat.”

Ketenbrede visie

Om schade door complexe scheidingen bij kinderen zoveel mogelijk te beperken is een gezamenlijke (ketenbrede) visie van overheid en wetenschap op voorkomen van contactverlies essentieel. “Als keten moeten we om het gezin heen gaan staan vanuit verschillende verantwoordelijkheden. We moeten doen wat voor dat gezin nodig is, terwijl we blijven uitdragen dat elk kind recht heeft op zijn/haar ouders. Zo kunnen we met elkaar veel meer voor een kind betekenen. Als de situatie tenminste veilig is. Daar moet eerst aan worden gewerkt. Het belang van tijdig en grondig onderzoek mag duidelijk zijn. Het adviesrapport van het expertteam ouderverstoting/complexe omgangsproblematiek levert een bijdrage aan een gezamenlijke visie op de aanpak van deze problematiek. Voor alle betrokkenen is preventie een belangrijke drijfveer.”
Het weghalen van het schot tussen jeugd- en volwassenzorg ziet zij als belangrijke voorwaarde voor de inzet van passende hulp, waarbij de hulpvraag van alle gezinsleden leidend moet zijn. “Hier hebben we nog een weg te gaan!”

Initiatieven

In het land ontstaan al mooie initiatieven, zoals de start dit jaar van een pilot met een nieuwe scheidingsprocedure, een pilot gezinsadvocaat en een pilot schottenaanpak. Het zogenoemde uniform hulpaanbod is dit jaar in het hele land ingevoerd. In gemeenten krijgen scheidingsloketten vorm en zijn er vruchtbare samenwerkingsverbanden met partners disciplines uit het gemeentelijke en juridische veld. De RvdK heeft hierin een eigen rol. “We bewegen ons immers op het snijvlak van zorg en recht. Als het gaat om advies over de verdeling van zorgtaken, over omgangsregelingen, over de overgang van hulp in het vrijwillig kader naar het gedwongen kader. “Ik zie de RvdK als bruggenbouwer, waarbij het recht van het kind altijd voorop staat.”

Grondige analyse broodnodig

De RvdK ziet de meest complexe scheidingen. Het analyseren ervan is niet eenvoudig. “Als kinderen een ouder afwijzen en geen contact meer willen, dan moet je onderzoeken waarom dat zo is. En als ouders blijven hangen in hun ruzies, dan wil je weten wat hiervan de oorzaken zijn en wat maakt dat dit in stand blijft. Dit klinkt makkelijker dan het is. Er is meer diagnostiek nodig om die achterliggende oorzaken te achterhalen en om te ontdekken waar de oplossingsrichting ligt, welke steun nodig is. En uiteraard om vervolgens te pleiten voor toereikende hulp.” De behoefte aan ontwikkeling van onderzoek instrumentarium is er ook bij de RvdK. We zien hier de meest complexe situaties. 

Interventie op maat

De RvdK streeft naar maatwerk. Naast het advies op zitting en de noodzaak tot analytisch onderzoek in de meest complexe zaken, is er bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het inzetten van een netwerkberaad. Om samen met het kind, de ouders en het netwerk tot afspraken te komen. 
“Ons generiek onderzoeksmodel (GOM) is gericht op aansluiting zoeken bij de ouders. Met ouders kijken naar wat hún kind nodig heeft in zijn nieuwe opvoedingssituatie. En hoe organiseer je je ouderschap na scheiding; lukt dit samen of beter apart van elkaar? In plaats van energie in je ex-partner te steken, kun je er ook voor kiezen om energie te steken in je ouderschap. Wat is hiervoor dan nodig? Hoe kunnen ouders hierbij geholpen worden? Hoe zorgen we ervoor dat kinderen zich écht gehoord voelen? Daar richten wij ons op: in het belang van het kind.”