Tekst Hester Otter
Om kinderen beter te helpen, moet er écht wat gebeuren. Een sterkere samenwerking binnen de jeugdbeschermingsketen is hiervoor essentieel. Vanuit het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, een programma van de ministeries van VWS, J&V en de VNG, krijgen zes proeftuinen de ruimte om hierin stevige stappen te zetten.
In deze proeftuinen werkt de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) samen met Veilig Thuis, de Gecertificeerde Instellingen (GI’s) en gemeenten rondom diverse veiligheidsvraagstukken.
Het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, in maart 2021 aangeboden aan de Tweede Kamer, schetst een grote systeemverandering als een goede route naar betere jeugdbescherming. Doel is om het stelsel eenvoudiger te maken, gezinsgerichter ook. Ook de RvdK ziet de noodzaak voor verbeteringen.
Bundeling taken VT, RvdK en GI’s
Alleen: de RvdK verschilt van mening over de weg daarnaar toe en voorgestelde oplossing. Het toekomstscenario wil medewerkers integraal álle taken van VT, GI en RvdK laten uitoefenen. Het overgrote deel van de taken, functionaliteiten en verantwoordelijkheden van VT, de RvdK en GI’s wordt hiervoor gebundeld in Regionale Veiligheidsteams.
De focus is niet alleen gericht op kinderen en gezinnen, maar op huishoudens met problemen, met cliënten in de leeftijd van 0 tot 100 jaar. Zijn er onveilige situaties of is er sprake van een ontwikkelingsdreiging, dan schaalt het team van de gemeente op naar het Regionale Veiligheidsteam. Zij werken dan samen en gebruiken de kennis en expertise van het regionale team.
Advies voor een Toekomstscenario 2.0
De RvdK heeft op 17 juni 2021 een reactie gegeven op het Toekomstscenario via een internetconsultatie. De belangrijkste zorg van de RvdK is dat het onderscheid tussen vrijwillige en gedwongen hulp niet duidelijk is en dat rechtsbescherming voor ouders en kinderen onder druk komt te staan. Daarnaast mist de RvdK in het scenario de noodzakelijke verbinding met justitiepartners OM, Rechtspraak, politie en Reclassering.
Niet alleen uit de consultatie blijkt dat er zorgen zijn over onder andere rechtsbescherming als bevoegdheden anders worden georganiseerd. Ook de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) deelt deze zorgen, zo blijkt uit hun advies. Daarom wordt er in 2022 een adviescommissie ingesteld die, met deze aandachtspunten, werkt aan een advies voor een Toekomstscenario 2.0.
Intensievere samenwerking ketenpartners
Het in 2021 voorgestelde scenario lost het grootste probleem niet op: het gebrek aan tijdige en passende hulp voor kinderen en gezinnen. Elbers: “Wij vragen ons af of de gewenste verbeteringen niet beter eerder gerealiseerd kunnen worden met een intensievere samenwerking tussen het justitieel en het sociaal domein binnen het huidige stelsel. Dat kan nu al en daar werken we aan, samen met onze ketenpartners.”
Nieuwe werkwijzen
Nieuwe samenwerkingsvormen worden al enige tijd onderzocht in Amsterdam-Amstelland, Rotterdam, Utrecht, Zeeland, West-Brabant en de regio Foodvalley. Daar zijn wijkteams, gemeenten, VT, RvdK en GI’s begin 2019 aan de slag gegaan met zes pilots onder de naam ‘Zorg voor de Jeugd’.
Deze pilots hebben nieuwe werkwijzen en inzichten voor betere jeugdhulp beproefd en hebben gewerkt óver de muren van de eigen organisatie heen. Deze pilots kregen vorig jaar een doorstart als ‘proeftuinen’. Professionals en bestuurders van de RvdK, Veilig Thuis en de GI’s doen als regionale veiligheidsteams binnen de proeftuinen mee.
Elke proeftuin is uniek
Eind 2021 zijn de zes proeftuinen gestart en in de loop van 2022 starten er naar verwachting nog vier. Elke proeftuin werkt volgens een eigen plan van aanpak en gaat met specifieke thema’s aan de slag. Expertise, kennis en ervaringen worden binnen de proeftuin gedeeld, maar ook op landelijk niveau met de andere proeftuinen. Zo werkt de proeftuin Zeeland volgens één klantroute, van eerste vraag tot maatregel, met een systemische analyse als basis.
Daarbinnen is het perspectief van het kind en de ouders leidend. De proeftuin moet leiden tot een eenvoudigere en effectievere samenwerking binnen de veiligheidsketen. De proeftuin Rotterdam-Rijnmond kijkt onder meer naar een betere signalering en samenwerking van dreigende (criminele) ontwikkeling.
Met behoud van eigen taken en verantwoordelijkheden
In elke proeftuin moeten organisaties binnen de wettelijke kaders werken. Dat betekent dat elke taakorganisatie voor zijn eigen taken verantwoordelijk is. Binnen deze kaders kijken organisaties hoe zij werkzaamheden efficiënter kunnen uitvoeren voor het gezin. In de Amsterdamse proeftuin ‘Blijvend veilig’ wordt vergaand geëxperimenteerd met wettelijke taken van de organisatie. Met uitzondering van de rekwestrerende taak: het vragen van een kinderbeschermingsmaatregel blijft de verantwoordelijkheid van de RvdK.