De RvdK sluit steeds meer onderzoeken af zonder aan de rechter een kinderbeschermingsmaatregel te vragen. Het rekest-ratio (het percentage van onze onderzoeken waarbij we een kinderbeschermingsmaatregel vragen) was vrij stabiel met gemiddeld 72% in de periode van 2015 tot 2020. Inmiddels is het rekest-ratio gedaald naar 65% in 2023.
In 2023 hebben we ons beleidsonderzoek afgerond naar de achtergrond van deze ontwikkeling. Ondanks de trend van een nog steeds groeiend jeugdhulpgebruik in Nederland, zien we bij de RvdK al enkele jaren een daling van onze instroom. Daarbij zien we dus ook een afname van het aantal kinderbeschermingsmaatregelen dat we verzoeken bij de rechtbank. Dit betekent dat we verhoudingsgewijs de laatste jaren vaker terugverwijzen naar vrijwillige hulpverlening.
Met dit onderzoek wilden we meer zicht krijgen op de problematiek die speelt in gezinnen. Het gaat om gezinnen waarvoor na een raadsonderzoek geen maatregel wordt geadviseerd. We onderzochten welke factoren en redenen een rol speelden bij het niet adviseren van een kinderbeschermingsmaatregel. Ook keken we hoe haalbaar ons advies is door te controleren of we deze gezinnen na een bepaalde periode terugzagen voor een nieuw verzoek tot onderzoek. Dit noemen we ook wel een terugmelding.
Dossieronderzoek
We voerden een dossieronderzoek uit waarbij van elke RvdK locatie (18 locaties) minimaal 10 zaken uit 2021, die zijn afgesloten zonder maatregel, onderzocht zijn. We kozen voor 2021 omdat we op deze manier ook een goed beeld konden krijgen van het aantal terugmeldingen.
We zagen dat ook bij de zaken die we als RvdK na een raadsonderzoek afsluiten zonder een maatregel te verzoeken, sprake is van complexe problematiek binnen het gezin. Veel ouders kampen met diverse problemen op meerdere leefgebieden, waaronder ingrijpende levensgebeurtenissen, psychische problematiek en/of een complexe scheiding. Ook andere problematiek, waaronder financiële problemen, een problematische woonsituatie, middelenmisbruik, een (licht) verstandelijke beperking en criminaliteit/detentie, komt in deze zaken veel vaker voor dan verwacht mag worden in vergelijking met de algehele Nederlandse bevolking.
De belangrijkste reden om een gezin naar vrijwillige hulpverlening terug te verwijzen en geen maatregel in het gedwongen kader te verzoeken, was dat ouders (alsnog) bereid waren mee te werken en hulpverlening te accepteren.
Ook kwam het voor dat de RvdK van mening was dat de hulp in het vrijwillig kader nog onvoldoende benut was. Dat ouders een extra kans kregen met bodemeisen/voorwaarden. Of dat de situatie verbeterd was na het indienen van het verzoek tot onderzoek.
Haalbaarheid van onze adviezen
Voor de meerderheid van de gezinnen bleek ons advies voor een terugverwijzing naar vrijwillige hulpverlening haalbaar. Dat konden we constateren op basis van een totaalanalyse van alle zaken in ons registratiesysteem van het jaar 2021.
Na een periode van ongeveer 2 jaar zagen we 75% van de kinderen niet terug voor een nieuw raadsonderzoek. Dat betekent aan de andere kant dat we dus 1 op de 4 kinderen wél terugzagen. Dat was voor het grootste deel opnieuw een beschermingsonderzoek, maar ook zagen we kinderen terug voor een strafonderzoek, een gezag- en omgangsonderzoek of schoolverzuimonderzoek.
Daarnaast bleek dat ouders met een (vermoedelijke) verstandelijke beperking een verhoogde kans hebben op een terugmelding bij ons. Dat geldt ook voor zaken waarbij sprake is van problematiek bij het kind, met name gedrags- en ontwikkelingsproblemen. Ook de leeftijd van het kind is van invloed. Zo vonden we dat de groep kinderen waarvoor een terugmelding is gedaan gemiddeld gezien jonger is.
Een nieuw onderzoek bij de RvdK betekent niet automatisch een maatregel. Ook bij het raadsonderzoek van een terugmelding sluiten we 25% van de zaken opnieuw af zonder een verzoek voor een maatregel. Dit betekent dat onze medewerkers in ieder onderzoek met een onafhankelijke blik de situatie beoordelen en onderzoeken of hulp in het gedwongen kader noodzakelijk is. Bij elk onderzoek, ook als het om (meerdere) terugmeldingen gaat, wordt dus opnieuw gezocht naar mogelijkheden voor haalbare en toereikende vrijwillige hulpverlening.
Ketensamenwerking
De bevindingen van ons beleidsonderzoek onderstrepen het belang van goede en zorgvuldige ketensamenwerking. Gezinnen met meervoudige problematiek vragen om een integrale en brede aanpak met een gedegen verklarende analyse, gericht op de onderliggende problematiek die mogelijk speelt binnen een gezin. Is het voornemen om af te sluiten zonder maatregel? Dan is het voor ons als RvdK van belang om de mogelijkheden en belemmeringen van ouders zorgvuldig af te wegen tegen de bereidheid (en het in staat zijn) van ouders om aan de geadviseerde hulpverlening mee te werken. Daarom hebben we steeds meer aandacht voor het belang van een warme overdacht (persoonlijke terugkoppeling) naar de professionals die betrokken zijn bij het gezin. De aanname hierbij is dat een warme overdracht kan zorgen voor een positief effect op de slagingskans van de gemaakte afspraken. De komende jaren blijven we dit thema onderzoeken om nog beter zicht te krijgen op de manier van samenwerken in de keten. Het doel? We willen ons als RvdK verder professionaliseren, de ketensamenwerking waar nodig verbeteren en gezinnen de meest passende en minst belastende vorm van onderzoek bieden.
Bekijk hier het volledige onderzoeksrapport (Onderzoek Afsluiten zonder maatregel).